Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

De volkstuin.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;

de traditionele moestuin;
moestuinen in de stad;    (12 ambachten artikel uit 1992)

het ontwerpen van een moestuin;
de plantenkas;

het bewaren van de moestuinoogst;

 



 

Algemeen:

Particuliere tuinen die niet naast of rondom de eigen woning zijn gelegen liggen zelden solitair, maar zijn veelal met minimaal enkele tientallen verzameld in een volkstuincomplex.

De hier genoemde volkstuinen ontstonden door de toenemende verstedelijking rond de vorige eeuwwisseling in vele soorten en maten:

Met de toename van het aantal arbeiders in de stedelijke industrie, groeide namelijk ook het aantal armen.
Volgens de toenmalige gegoede stedelijke burgerij kon preventieve armenzorg leiden tot een betere toekomst voor alle burgers en daarmede dit probleem oplossen. In 1794 werd daarom, voor het bevorderen van het ‘algemeen volksgeluk’ de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen opgericht.
Een eigen groentetuin leek ze hier ideaal voor en in 1838 verhuurden ze dan ook voor het eerst volkstuinen in Franeker.
Daarna ontstonden, door de verdere opkomst van de arbeidersklasse, rond veel van de steeds dichter bevolkte steden steeds meer van deze volkstuinparken die door de desbetreffende gemeenten werden uitgegeven.
Zelf tuinieren was goed voor lichaam en geest en maakte de mens gelukkig en groeide daardoor uit tot een bezigheid voor iedereen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden, door de te verwachte voedselschaarste, de tuinen meer en meer omgevormd tot moestuinen voor de productie van voedsel. En in die tijd richtten de tuinbezitters, in het kader van het opkomen voor eigen belangen, zelf ook de eerste tuinverenigingen op.
Na enige tijd bleek er ook behoefte te bestaan om landelijk de politieke besluitvormingsprocessen te beïnvloeden, omdat ook in die tijd al het risico groot was dat ze uitgeplaatst of wegbestemd zouden worden, en daarom werd in 1928 het AVVN (Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland) gesticht. Deze landelijke organisatie zet zich ook nu nog in voor de bescherming en de wettelijke erkenning van volkstuinen.

Tot circa 1945 waren de meeste volkstuinen dus traditionele moestuinen waar groente en eventueel fruit en kruiden op werden verbouwd. Daarna verdween, door de toenemende welvaart, de economische functie en kwamen langzamerhand de siertuinen erbij met bloemen, heesters, een gazon, een vijver en bomen. Het volkstuinieren werd hierdoor een vorm van openluchtrecreatie met spitten, snoeien, planten, oogsten, uitrusten en genieten tijdens en na gedane arbeid.

Afhankelijk van de gemeentelijke bouwvoorschriften mogen er meestal ook opstallen op staan:    zoals een kas, een schuurtje of een tuinhuis. Een ideaal paradijs voor de "Doe-het-zelver" met of zonder linkerhanden.
Er is vaak maar weinig voor nodig om een tuin aangenaam te maken, voor zowel je zelf en de daarin levende dieren, zonder het milieu onnodig extra te belasten.

    hiervoor het subonderwerp "De huidige ideale (standaard) tuin" van het onderwerp "De tuin (rondom het huis)" behorende bij dit onderdeel.

Het is dan ook verbazingwekkend om te zien hoeveel variatie iemand met groene vingers kwijt kan op een dergelijke tuin van gemiddeld ca 150 m².

(bron tekst:   Tribune september 2011)
Echter nu 'bouwen, bouwen, bouwen' het devies is staat de toekomst van bestaande volkstuinen steeds vaker op het spel. Een gezonde en sociale bezigheid voor krap behuisde stedelingen komt hiermee in de verdrukking (want wie verhuist er mee naar een andere complex?).
Onvermijdelijk of kortzichtig? 'In steeds warmer wordende steden is de volktuin namelijk een koelkast en spons.'
klik hier om naar boven te gaan



 

De traditionele moestuin:

Een van de lastigste zaken zaken bij het aanschaffen/aanleggen is het bepalen van de grootte. De volgende vragen doen zich hierbij namelijk voor:
     Voor hoeveel mensen wil je voedsel uit de tuin betrekken en eten zij gedeeltelijk uit de tuin en in welke mate?
     Wil je, wat groente betreft, zelfvoorzienend zijn en wil je daarnaast ook aardappels en fruit telen?
     Welke grondsoort heeft de tuin en hoeveel tuinwerk kan je aan?

Alle planten stellen eisen aan hun omgeving. Wordt hieraan niet voldaan, dan wordt de plant ziek of gaat dood. Het is daarom zaak, bij het bepalen van de plaats van een moestuin en de keuze van de beplanting, hiermee terdege rekening te houden.

Enige kennis omtrent de grondsoort wat we er ook mee gaan doen (er iets op gaan bouwen of gaan verbouwen zoals in een moestuin) is dan ook nodig.
  daarom het subonderwerp "Grind, zand, klei, leem, etc." van het onderwerp "Inleiding tot kennis van de bodem"
behorende bij het onderdeel "funderingen - grondmechanica".

Het humusgehalte van de grond, welke bestaat uit dieren- en plantenresten die door miljoenen levende organismen worden omgezet tot plantenvoedsel, bepaalt de mate waarin de hierboven genoemde schei- en natuurkundige eigenschappen variëren. Is het humusgehalte van de grond hoog, dan zullen de voedingstoestand, de water- en luchthuishouding in de grond weinig veranderen. Is het gehalte aan humus echter laag, dan zijn grote veranderingen op betrekkelijk korte termijn mogelijk, hetgeen ongunstig is voor de plantengroei. Een juiste bemesting moet dan zorgdragen voor voldoende plantenvoedsel in de grond, voor een goede structuur en voor een actief bodemleven
klik hier om naar boven te gaan



 

Moestuinen in de stad:

(12 ambachten artikel uit 1992)

klik hier om naar boven te gaan


 

Het ontwerpen van een moestuin:

  Om ieder stukje grond goed bereikbaar te maken moet tussen de bedden, waarin gezaaid wordt, paden worden aangelegd. Deze paden moeten plus minus 30 cm breed zijn en op 120 cm van elkaar komen te liggen. Een eventueel hoofdpad tussen of naast de bedden moet minimaal een kruiwagenbreedte hebben.

De lengte van de bedden is afhankelijk van de tuinbreedte en het gebruik van de tuin. Kruiden nemen namelijk minder ruimte in dan groente. Een bedlengte van 120 cm is dan al voldoende.

Op natte gronden kunnen de paden iets worden verdiept, waardoor de bedden minder snel waterlast ondervinden.

Een bestrating kan soms gewenst zijn, maar hoeft niet altijd.   hiervoor het bij algemeen genoemde subonderwerp "De huidige ideale (standaard) tuin".

Een haag om een moestuin beschermt de gewassen tegen de wind, verbetert de vochtigheidsgraad van de grond en gaat verstuiving tegen, beinvloedt de temperatuur van de tuin gunstig en bevordert een evenwichtig vogel- en insectenleven.
Er is echter wel één nadeel aan verbonden.
Een haag onttrekt nl. plantenvoedsel aan de grond, dat hierdoor niet kan worden benut te goede van de nutsgewassen.
Door de haag te plaatsen op een wal is dit nadeel op te heffen omdat de wortels dan niet zo ver in de tuin groeien.

In kleinere tuinen is een haag meestal geen optie. Men is dan aangewezen op ruimtebesparende oplossingen, zoals geknipte hagen en hoog opgroeiende nutsgewassen, waaronder ook de bessenstruiken horen.

 
Soms is er ook een afrastering nodig.
Vooral als de tuin gelegen is in een streek waar veel hazen en konijnen voorkomen. Deze afrastering moet in dat geval niet alleen voldoende hoog maar ook deels onder de grond (ongeveer 30 cm) worden aangebracht, zodat zij er niet onderdoor en overheen kunnen gaan.

  Een kas en een bak worden gebruikt om ook in koudere tijden van het jaar groenten te kunnen telen. Om gedurende deze tijden de aanwezige warmte optimaal te benutten kan dit alleen op een zonnige plek gebeuren.
Bij een enkele bak worden de ramen daarom naar het zuiden gericht. Bij een dubbele bak is dit niet mogelijk en zal de bak van het meeste profiteren als de lengteas van noord naar zuid loopt.

De compostplaats moet daarentegen tegen zon en wind worden beschut ter voorkoming van uitdroging.
De grootte van de compostplaats is afhankelijk van de omvang van de tuin en van de wijze, waarop deze bemest wordt.
Een verhard paadje naar deze composthoop is aan te bevelen, zodat het vervoer van groenafval naar en compost vanaf deze hoop geen problemen opleveren
klik hier om naar boven te gaan


 

De Plantenkas:

 
Citrusplanten waren vroeger een symbool van status en rijkdom. Welgestelden konden zich een speciaal overwinteringsgebouw (oranjerie) permiteren voor deze en andere exotische planten uit verre oorden.
  hiervoor de kassenbouw bij het onderwerp "De oranjerie" behorende bij het onderdeel "functionele vormgeving - typologiën".

De hieronder beschreven plantenkas is van een iets andere categorie en komt dan ook vaker voor.

Er zijn verschillende typen kassen die samengevat ook wel 'staand glas' genoemd worden. Dit in tegenstelling tot platglas, oftewel de hierboven beschreven broeibak die werd / wordt met z.g. eenruiters

Een broeikas met een draagstructuur van hout of metaal kan worden afgedekt met een glazen en/of doorzichtige kunststof beplating.
Alhoewel een volledige plastic overkapping naast de fabrieksmatig gemaakte standaard glazen kas tegenwoordig ook vaak voorkomt.

De kas op naaststaande foto heb ik op 16 jarige leeftijd, samen met mijn vader op de Lisserse volkstuin gemaakt van oude eenruiters en een skelet van 2 x 3 duims hout.
Of hij er nu nog staat. Ik zou het niet weten. Maar in die tijd functioneerde hij prima.

 

Voor de Doe-Het-Zelver die een kas willen maken op een zolder
  het onderwerp "Kas op zolder" behorende bij het onderdeel "daken - divers".
klik hier om naar boven te gaan



 

Het bewaren van de moestuinoogst:

De moestuinoogst welke niet direct geconsumeerd wordt zal op een of andere manier bewaard moeten worden ter voorkoming van bederf.
Hiervoor zijn in het verleden, voor de komst van de diepvriezer, afhankelijk van het te bewaren gewas allerlei methoden ontwikkeld.

Eigenaren van grote huizen met voldoende buitenruimte gebruikte hiervoor soms een ijskelder.
  het onderwerp "Kelder divers" behorende bij het onderdeel "funderingen - kelders".

Maar dit was geen oplossing voor de gewone volkstuiner, die gebruikten andere bewaarmethoden zowel op het land als binnen. Maar hiervoor moest wel ruimte beschikbaar zijn.
  het subonderwerp "Keuken, bijkeuken, kelder" van het onderwerp "In Holland staat een huis" behorende bij dit onderdeel.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 12-10-2019 (04-8-2023)

 

 
klik hier om naar boven te gaan